In de paragraaf Commissie voor den Cursus wordt de conceptie in 1943 van het latere NIBE aangesneden: vader was de Duitse bezetter, moeder de lijdzaam verenigde banken. De wieg werd geplaatst bij vader thuis, op het bureel van de Stichting voor de Statistiek, Parkstraat 36 Den Haag
Pas in 1963 kreeg de Bankiersvereniging de kans haar moedergevoelens te uiten: de administratie en de redactie verhuisden naar het kantoor van de Nederlandse Bankiersvereniging aan de Herengracht in Amsterdam. Aan de verhuizing zat naast affiniteit ook een praktisch – en een kosten aspect: de NBV was goedkoper en de Haagse 1e directeur van de Stichting, mr. J. van Zwet, ging met pensioen. In het tijdschrift Bank- en Effectenbedrijf werd de hele verhuizing afgedaan met een simpele adreswijziging.
NIBE had een lastig lange pubertijd. De juridische oprichting vanuit de Commissie Karsten was in 1966, de officiële presentatie in november 1968, door ZKH Prins Bernhart, in aanwezigheid van Minister van Financiën Witteveen en liefst 800 lucky guests. Een en ander is besproken in de paragraaf N.I.B.E. i.o.
De doelstelling van NIBE luidde als volgt: het kweken van de belangstelling voor en het verspreiden van de kennis omtrent het bank- en effectenbedrijf. Dit is een breder aandachtsgebied dan de Stichting had. Het ging niet meer alleen om het opleiden van bankpersoneel, de hele samenleving werd doelgroep, ter bevordering van het imago van de sector en recrutering van nieuw personeel.
Het directie-duo Jongman-Posthumus heeft de ontwikkeling van de beroepsvereniging annex kenniscentrum voortvarend aangepakt. Bestond bijvoorbeeld de gehele bemanning eind 1968 uit 7 personen – ze werden in het jaarverslag alle met naam genoemd – , eind 1973 telde de loonlijst 26 personen. De cursusomzet beliep in 1968 Hfl 231 duizend, in 1973 Hfl 893 duizend. Weliswaar groeide de vraag naar cursussen goeddeels autonoom – de bedrijfstak zat in een snellift – maar de expansie trok ongetwijfeld een zware wissel op organisatie.
Jaar 1968 1969 1970 1971 1972 1973
Aantal nieuwe cursisten 562 695 724 1876 1652 6900
Aantal examinandi 1138 1846 2904 1938 2849 2532
Aantal leden 2259 2592 2613 2730 3976 5830
Personeelbestand 7 12 14 . 26
Cursusomzet Hflx1000 231 . 403 647 733 893
Ledencontributie Hflx1000 19 63 67 70 72 156
Oprichterssuppletie Hflx1000 80 211 179 922 347 280
NB De aantallen nieuwe cursisten en examinandi vertonen reekbreuken als gevolg van de deling van de oorspronkelijke Tweejarige Bankcurusus in de nieuwe Basiscursus + 4 Keuzeopleidingen
Indrukwekkend ook was de inrichting in 1969 van de andere poot, Verenigingsactiviteiten:
- Het in 1952 gestarte tijdschrift Bank- en Effectenbedrijf verscheen vanaf 1969 als maandblad, dwz de verschijningsfrequentie verdubbelde. Ook het aantal pagina’s per editie werd vergroot, van 24 t.m. 1968 tot 36 of zelfs 48 vanaf 1969. Het maandblad kreeg de functie van verenigingsblad, wat de oplage parallel aan het ledental stijl deed groeien. Jongman bleef voorzitter van de redactieraad, Posthumus de secretaris. Zelf droegen zij ook wel kopij aan.
- Begonnen werd met de boekenuitgeverij. Als nr 1 in de zogeheten NIBE-publikatiereeks verscheen een studie van Jongman zelve: De monetaire politiek van De Nederlandsche Bank tijdens het presidentschap van Dr. M.W. Holtrop. Alle leden kregen deze publikatie gratis en er moest een 2edruk komen. In mei 1969 verscheen als nr 2 de handelseditie van het proefschrift van Dr C.K.F. Nieuwenburg.
- In februari 1969 werd een begin gemaakt met plaatselijke lunchbijeenkomsten. Prof. dr D.C. Renooij – RvB ABN en hoogleraar VU – beet in Rotterdam het spits af.
- Dankzij een gift van Amsterdam-Rotterdam Bank en van de Bankiersvereniging kon in 1969 een begin worden gemaakt met de opbouw van een vakbibliotheek.
- Er werd een begin gemaakt met bancaire research. Eerste aangetrokken wetenschappelijk medewerker was Drs. H. (Bert) Hoffmann.
- In juni 1969 vond al de eerste NIBE-jaardag plaats. Er waren preadviezen van zwaargewichten (Van den Brink voorzitter AMRO en Van Campen voorzitter Boerenleenbanken) en discussianten met klinkende namen, onder wie Abs van Deutsche Bank, Camu van Kredietbank en Reinout van PTT.
- Samen met de Bankiersvereniging en de Werkgeversvereniging werden lijntjes uitgelegd richting het reguliere onderwijs: Scholenvoorlichting en Samenwerkingsovereenkomsten. Op 27 november ontving NIBE samen met het CBO (Commissie Bedrijfsleven Onderwijs) decanen uit het middelbaar onderwijs.
- Veel tijd en inspanning zal ook de Ledenorganisatie hebben gevraagd. Bijvoorbeeld werd in juni 1969 gerealiseerd dat ook het hogere personeel uit de spaarbankwereld als lid en cursisten als geassocieerd lid konden worden toegelaten.
Hoe was de situatie 5 jaar later?
- De structuur van de ledenorganisatie was een aantal keren aan de eisen des tijds aangepast.
- De Tweejarige Bankcursus was gestopt. Het curriculum bestond uit een algemene Basiscursus en vervolgens uit een viertal Keuzeopleidingen.
- Ultimo 1973 beliep de oplage van het Maandblad ca 8000. Werkstudent A.R.A. Koning was Bert Hoffmann als redactiesecretaris komen vervangen.
- Er waren op een tiental van plaatsen regionale NIBE-afdelingen opgericht. Liefst 14 keer werd in 1973 een regionale lunchbijeenkomst georganiseerd met sprekers van naam.
- In de publicatiereeks verscheen nr 22, dr. G.P.L. de Roij: De monetaire betekenis van de Eurodollarmarkt.
- Er was een 2e boekenrij gestart, de populair-wetenschappelijk Serie.
- Bert Hoffmann en Hans Verkoren hadden in 971 het eerste Bankenboekje opgetuigd vanuit de verzameling balansreeksen van de Bankiersvereniging.
- Uiteraard was er ook in 1973 een NIBE-jaardag, de 5e.
- Om de contacten met het reguliere onderwijs nauwer aan te halen waren al in 1972 leerlingenfolders uitgebracht benevens een decanenbrochure. In 1973 werd budget vrijgemaakt om een specifieke onderwijs-voorlichtingsdeskundige aan te trekken.
- De loonlijst telde ten minste 2 wetenschappelijk onderzoekers.
- Na eerdere boekenschenkingen van AMRO en ABN verkreeg de bibliotheek in 1973 ook boeken van de Vereniging voor de Effectenhandel en van De Nederlandsche Bank. Het boekenbezit beliep vele duizenden, van alle financiële instellingen werden de jaarverslagen gearchiveerd en het tijdschriftenbestand was vele tientallen groot.
- Voor de 2ekeer werd het beste artikel op het vakgebied van het bank- en effectenbedrijf gehonoreerd met de NIBE-NCM prijs van Hfl 1000,-. 1972 Jaques Sijben, 1973 drs. G.Rietkerk.
NIBE lag in 1973 nog volop op stoom. Maar de paarden Jongman en Posthumus begonnen langzamerhand wel aan energie in te boeten, zo bleek in de jaren er na. In september 1974 kwam Jack van Driel Posthumus opvolgen. Later zei hij een stofnest te hebben aangetroffen. En in 1975 werd Jaap Kymmell van de gracht geplukt om Jongman waar te nemen.
Hoe kan het zijn dat de oudere en ouderwetse heren Jongman en Posthumus zó veel op de rit hebben kunnen zetten? Volgens Hans Verkoren werd Jongman bekwaam uit de wind gehouden door zijn toenmalige medewerker Bert Hoffmann. Het was Bert die veel van de nieuwe verenigingsactiviteiten bedacht en op de rails zette. Als assistent secretaris deed Bert zoetjes aan de bestuurszaken. En Posthumus trok zwaar op de opleidingscommissie en de vele toen nog actieve docenten/auteurs: ”die wilden wel, want ze werden goed betaald”.
Jan Schipper
19 oktober 2016