Mijn Nibe Roel de Swart
In een krantenadvertentie had ik gezien dat het Nibe wilde starten met het begeleiden van bankcursisten en daartoe sollicitanten opriep met én bankervaring én onderwijservaring. Op dat moment was ik docent in het beroepsonderwijs, terwijl ik daarvoor bij de NMB had gewerkt. Ik heb gesolliciteerd bij adjunct-directeur Van Driel, werd aangenomen en kwam 1 september 1976 in dienst.
Toen ik op mijn eerste werkdag het kantoor op Herengracht 136 binnenkwam, was er in eerste instantie geen bureau voor me beschikbaar Ik werd voorlopig bij de cursistenadministratie, i.c. Greet Roels, neergezet. Toen speelde zich het volgende af: Kymmell kwam langs, zag mij zitten, liep door en kwam even later terug met Van Driel. Ze vroegen me mee te lopen en gedrieën gingen we op weg naar een kamer waar op dat moment Hilbert van der Zwaag en Ed Kokelenberg zaten. Het was de kamer waar de prent van Escher met de zwanen hing
Van Driel stelde mij voor: dit is jullie nieuwe collega De Swart; hij moet rustig kunnen werken en daarom moeten jullie verhuizen. Ik weet nog dat ik door de grond ging bij deze opmerking. Maar toen ik me eenmaal op de bewuste kamer geïnstalleerd had, drong het tot me door: er was een hele scherpe deadline, op 1 januari ‘77 moest de begeleiding van start gaan.
Het is me nooit helemaal duidelijk geworden waarom, maar ze hadden vreselijke haast. Kymmell en Van Driel, soms samen en soms apart van elkaar, kwamen regelmatig onverhoeds mijn kamer binnen en controleerden mijn voortgang. Productie moest er komen! Ik was voor de inhoud verantwoordelijk en mocht een beroep doen op Joop van den Heuvel voor organisatorische aangelegenheden.
De begeleiding kwam, naast de mijne, in handen van Cock Zijp, Theo Tibesl en de in het kielzog van Johan van Eijck meegekomen Joke Wolters. Het werd gratis aangeboden, maar de lokaliteiten werden door de banken beschikbaar gesteld. Docenten werden gerekruteerd uit de banken op basis van kunde en kennis.
Joke en ik staan nog samen op de foto in het tijdschrift Bank & Effectenbedrijf in een artikel over bancaire taalcursussen. Ik had nl. bedacht dat de bankiers ook bancair Engels, Frans, Spaans & Amerikaans nodig hadden.
Later ben ik door Jan Schipper aangesteld bij de Nibe-bibliotheek. In de jaren negentig trokken wij veel studenten die literatuur zochten voor hun werkstukken en scriptie. Dat lag mij wel, gezien mijn onderwijsbelangstelling en bankervaring. Uiteindelijk werd ik hand- en spandienster bij Herman Spits.